vrijdag 24 februari 2012
Soms zit het mee.......
Op 28 oktober 2011 werd er op waarneming.nl een giervalk gemeld in de omgeving van Philippine, in Zeeuws Vlaanderen. Dat is ruim 180 kilometer van Utrecht vandaan. Niet naast de deur, dus ik ben niet gelijk in de auto gesprongen om die zeer zeldzame dwaalgast in die verre polders te gaan opzoeken. De kans bestaat dat 'ie daar maar één dagje zit en gewoon weer verder trekt, of dat 'ie elke dag op een andere plek gaat zitten, of dat 'ie, net op de dag dat ik daar ben, geen trek heeft, of...... Nou ja, je snapt het wel, ik was niet direct super gemotiveerd om bijna 400 kilometers te gaan rijden als ik niet zeker was van de locatie.
Diezelfde giervalk werd vanaf die 28e oktober, tot 21 februari 2012 ruim 450 maal gemeld door verschillende waarnemers, telkens op plekken niet verder dan 5 kilometer van elkaar. Honkvast. Rotsvast. Vast en zeker.
Op die 21e februari, nu ik dit schrijf dus drie dagen geleden, hield ik het dus niet meer. Ik heb alle waarnemingen in mijn topografische atlas ingetekend, de Tom-Tom opdracht gegeven om me naar Philippine en Westdorpe te begeleiden en met een tank vol diesel (€ 1.40 per liter!!!) ben ik 183 kilometer gaan rijden, via Antwerpen naar Zeeuws Vlaanderen. De zon scheen flauwtjes, en er stond een rustig windje. Ik had er zin in!
(Even een melding tussendoor, voor mensen die dezelfde trip willen gaan maken: Niet luisteren naar de Tom-Tom. Die leidt je door Antwerpen en laat je dan een route volgen die niet klopt, en bovendien dwars door het centrum van Antwerpen leidt. Ik ben daar 5 jaar ouder geworden. Niet doen.)
Om 12.45 uur was ik op de plaats van bestemming, de Oude Vogelschorpolder bij Sluiskil/Philippine. Een mooi gebied voor roofvogels, want je kunt er kilometers om je heen kijken, over weilanden en akkers. Elke muis die zijn snuit durft te laten zien, is direct een doelwit. De duiven en weidevogels zijn hun leven niet zeker, want 'there is no place to hide'. Dus een giervalk loopt ook flink in het oog, als 'ie er is, tenminste.
Om een lang verhaal flink in te korten: Om 16.00 uur ben ik teleurgesteld weer afgedropen. Ik heb de hele polder 15 maal doorkruist met de auto, in elke hoek en elk gaatje gekeken naar deze stoere rover, maar niets gevonden. Ik heb een spotter uit Arnhem gesproken, één uit Almere en één uit Belgie, die allemaal, net als ik, op zoek waren naar de giervalk. Bad luck. Snipperdag. Althans, denk ik. En dat is dus balen, maar je kunt het gewoon niet plannen. Gelukkig maar, want anders is de kick eraf als je zo'n zeldzame vogel wél voor de lens krijgt. Maar toch baalde ik.
Soms zit het dus eventjes niet mee....
Om zonder mooie foto's thuis te komen is altijd vervelend, dus ik heb nog wel mijn best gedaan op een 'preying' torenvalk (biddend dus, slechte vertaling).
En mijn giervalk? Hij is die dag toch nog 1 keer gezien, 10 kilometer verderop, in een weiland waar hij nog nooit gezien was. En op 22 februari werd hij weer door 14 mensen gemeld, in de Oude Vogelschorpolder in Philippine..............
donderdag 9 februari 2012
Ruigpootbuizerd in Flevoland
Toen ik begon met het fotograferen van roofvogels, wist ik eigenlijk nog helemaal niet zo veel van de verschillende soorten en hun gedrag. Ik had al wel eens gehoord van een ruigpootbuizerd, maar ik dacht in eerste instantie dat het gewoon een wat bijzondere neef van onze buizerd was, en dat hij hier gewoon voorkwam als broedvogel. Alleen niet in grote aantallen, dat had ik al wel begrepen. Maar nu, jaren later, weet ik veel meer van deze prachtige wintergast, die ons in de barre maanden van onze winter komt bezoeken.
Op hun trektocht vanuit de broedgebieden in Scandinavie en het noorden van Rusland zakt de ruigpoot af naar zuidelijker oorden, waarbij best forse aantallen vogels in West Europa blijven 'plakken'. En het is inmiddels een aangetoond feit dat ruigpoten vaak exact hetzelfde gebied kiezen om de winter door te brengen als het jaar ervoor. Zo is er bij het wildrooster op de Praamweg in Lelystad (bij de Oostvaardersplassen) al jaren een ruigpootbuizerd te zien die elk jaar terugkomt. En op 29 januari 2010 had ik hem ook voor de lens....
Ik ben in 2011, ook in januari, weer teruggegaan naar de Praamweg, om te kijken of ik dezelfde vogel nog eens kon fotograferen. Dat is me helaas niet gelukt, maar toen ik naar mijn blauwe kiekendieven veldje aan de Dodaarsweg in Zeewolde reed, gleed er ineens een mooie juveniele ruigpoot voor mijn lens.....
Op hun trektocht vanuit de broedgebieden in Scandinavie en het noorden van Rusland zakt de ruigpoot af naar zuidelijker oorden, waarbij best forse aantallen vogels in West Europa blijven 'plakken'. En het is inmiddels een aangetoond feit dat ruigpoten vaak exact hetzelfde gebied kiezen om de winter door te brengen als het jaar ervoor. Zo is er bij het wildrooster op de Praamweg in Lelystad (bij de Oostvaardersplassen) al jaren een ruigpootbuizerd te zien die elk jaar terugkomt. En op 29 januari 2010 had ik hem ook voor de lens....
Ruigpootbuizerd - Buteo lagopus, adulte vrouw |
Ik ben in 2011, ook in januari, weer teruggegaan naar de Praamweg, om te kijken of ik dezelfde vogel nog eens kon fotograferen. Dat is me helaas niet gelukt, maar toen ik naar mijn blauwe kiekendieven veldje aan de Dodaarsweg in Zeewolde reed, gleed er ineens een mooie juveniele ruigpoot voor mijn lens.....
Ruigpootbuizerd - Buteo lagopus, juveniel |
Let bij deze foto vooral op de lichte iris en de diffuse eindband van de staart. Dit zijn de kenmerken van een juveniele vogel, die misschien wel zijn/haar eerste winter meemaakt. En ik ben dan altijd weer verwonderd dat zonder enige ervaring, deze vogel toch de weg weet te vinden naar dat mooie stukje Nederland, en zo mooi voor mijn camera langs door de lucht komt zweven. Ik zou ook wel zo'n goed richtingsgevoel willen hebben.........
Van november tot en met februari ben ik weer in opperste staat van opwinding, want elke buizerd die ik zie kan zomaar een ruigpootbuizerd blijken te zijn. Ik verdraai mijn nek bij elk paaltje langs de snelweg, ik tuur ingespannen naar elke boom waarin een vogel zit, want wie weet, wie weet,....... En juist in de winter zijn er in Nederland vele duizenden buizerden extra te zien, want het lijkt wel of er steeds meer uit Scandinavie naar ons land afzakken. Ik heb het er maar druk mee.
Je zou bijna wensen dat het alweer voorjaar was..........
dinsdag 7 februari 2012
En zo is het gekomen.......
Aan de rechterkant van mijn weblog zie je altijd die foto staan van een jong van de grauwe kiekendief. Deze heb ik genomen op 8 juli 2011, een dag waarop ik, met medewerkers en vrijwilligers van de Werkgroep Grauwe Kiekendief, in Zeewolde mocht helpen met het ringen en 'taggen' van grauwe kiekendieven. Ik heb zo'n jonge vogel in mijn handen gehad, en dat is een gevoel dat me lang zal heugen. Ik ben ontzettend dankbaar dat ik een héél klein rolletje mag spelen in het behoud van deze schitterende Nederlandse broedvogels. Het werk van de WGK is zo vreselijk belangrijk, dat kan ik niet vaak genoeg roepen. Vandaar de foto met de link, zodat je zelf kunt gaan kijken op hun website.
Mijn eerste contact met de WGK stamt van 13 mei 2011. Petra was een paar dagen naar Budapest, en ik had besloten om er ook een paar dagen tussenuit te knijpen, op zoek naar een voor mij nieuwe soort, de grauwe kiekendief. Het was de tijd van het jaar waarin de meeste grauwe kiekendieven net terug zijn gekomen uit hun leefgebieden in Afrika, maar nog op zoek zijn naar een geschikte partner en een geschikte nestplaats. Historisch gezien vind je in Nederland de meeste grauwe kieken in Groningen, dus ik besloot mijn geluk te beproeven in Zoutkamp, bij het Lauwersmeer. Op waarneming.nl waren er daar twee gemeld, dus.......
Goed weer, dus het tentje en de fiets mee, en neergestreken op Camping 't Ol Gat in Zoutkamp. Aanradertje voor mensen die rust willen. Zeker een keertje heen gaan. Is de moeite waard.
Op 12 mei heb ik de hele dag bij het Lauwersmeer rondgehangen. Uiteraard heb ik geen grauwe kiek gezien, want dat gaat zo, als je je vantevoren niet goed informeerd. Wel mooie foto's kunnen maken, maar niet van roofvogels.....
Wel heb ik die dag kennis gemaakt met Hans Gartner, een boswachter van Staatsbosbeheer. Hij vertelde me dat hij dacht te weten waar de grauwe kieken gezien waren en daar ben ik dus de volgende dag gaan zitten, met mijn camera, mijn flesje cola en mijn pakje brood........
Om 11.15 uur had ik mijn eerste grauwe kiekendief te pakken..........
Wat een schitterend schouwspel, een grauwe kiekendief boven een akker met graan, wiekend en duikend, langzaam spelend met de wind, om maar zo lang en goed mogelijk tussen de halmen te kunnen speuren naar een muis, of een nietsvermoedende zangvogel. Kort nadat ik deze tarsel in het zicht had, kwam ook het vrouwtje boven de velden jagend in beeld. Het was voor mij vanaf het begin duidelijk dat deze twee van plan waren om samen een nest te bouwen. 'Hij' deed zo z'n best om indruk op haar te maken. En zij was overduidelijk gecharmeerd van zijn attenties, dat dit wel een echt 'love-duo' moest zijn.
Om 11.45 stopte er een autotje van Staatsbosbeheer naast me. Hans Gartner hing met z'n hoofd uit het raam en vroeg: 'En?' Hij was op stap met een collega van IVN en had me zien zitten in de berm. Drie minuten later stonden we met z'n drieen te juichen toen de twee kieken samen over de bomenrij aan de rechterkant van de weg aan kwamen vliegen, op weg naar het graan. Opperste opwinding, en ik werd meermalen enthousiast op mijn schouders geslagen. Nooit geweten wat een impact een mogelijk broedgeval van de grauwe kiek kan hebben op natuurbeheerders........
Hans pakte direct zijn mobiele telefoon en begon opgewonden en druk gebarend te praten. Ik kon het gesprek niet volgen, maar toen er twintig minuten later een autotje stopte met een vrouw en een man, die direct uitstapten en op mij af liepen, was mijn eerste reactie er één van chagerijnigheid. Je wordt erg bezitterig en beschermend, van zo'n bijzondere waarneming. Totdat je zelf voldoende hebt gezien en gefotografeerd, dan pas ben je in staat om je waarneming te delen. En hier kwamen ineens allerlei mensen me storen op één van die dagen waarop je eigenlijk helemaal niet gestoord wilt worden.
Asociaal? Misschien wel een beetje. Maar het voelt dan net alsof iets, wat van jou is, wordt afgepakt door mensen die er net zoveel recht op hebben, maar die niets te maken hebben gehad met de zoektocht, of de ontdekking....... Vreemd, maar zo voelt het dan dus wel.
Het bleek dus Madeleine van de WGK te zijn. Ze was gebeld door Hans Gartner en dus halsoverkop in de auto naar Zoutkamp gereden, om de waarneming te bevestigen, en te kijken of er een mogelijk nestlocatie kon worden vastgesteld. Ik kreeg een boekje van de Werkgroep, wat stickers en een inspirerend praatje, en nu ben ik vrijwilliger.............
Ga zelf maar eens praten met Madeleine!! Je zult zien, je bent kansloos! En zo is't dus gekomen......
Mijn eerste contact met de WGK stamt van 13 mei 2011. Petra was een paar dagen naar Budapest, en ik had besloten om er ook een paar dagen tussenuit te knijpen, op zoek naar een voor mij nieuwe soort, de grauwe kiekendief. Het was de tijd van het jaar waarin de meeste grauwe kiekendieven net terug zijn gekomen uit hun leefgebieden in Afrika, maar nog op zoek zijn naar een geschikte partner en een geschikte nestplaats. Historisch gezien vind je in Nederland de meeste grauwe kieken in Groningen, dus ik besloot mijn geluk te beproeven in Zoutkamp, bij het Lauwersmeer. Op waarneming.nl waren er daar twee gemeld, dus.......
Goed weer, dus het tentje en de fiets mee, en neergestreken op Camping 't Ol Gat in Zoutkamp. Aanradertje voor mensen die rust willen. Zeker een keertje heen gaan. Is de moeite waard.
Op 12 mei heb ik de hele dag bij het Lauwersmeer rondgehangen. Uiteraard heb ik geen grauwe kiek gezien, want dat gaat zo, als je je vantevoren niet goed informeerd. Wel mooie foto's kunnen maken, maar niet van roofvogels.....
Tureluur - Tringa totanus |
Om 11.15 uur had ik mijn eerste grauwe kiekendief te pakken..........
Grauwe kiekendief - Circus cyaneus, adulte man. |
Wat een schitterend schouwspel, een grauwe kiekendief boven een akker met graan, wiekend en duikend, langzaam spelend met de wind, om maar zo lang en goed mogelijk tussen de halmen te kunnen speuren naar een muis, of een nietsvermoedende zangvogel. Kort nadat ik deze tarsel in het zicht had, kwam ook het vrouwtje boven de velden jagend in beeld. Het was voor mij vanaf het begin duidelijk dat deze twee van plan waren om samen een nest te bouwen. 'Hij' deed zo z'n best om indruk op haar te maken. En zij was overduidelijk gecharmeerd van zijn attenties, dat dit wel een echt 'love-duo' moest zijn.
Om 11.45 stopte er een autotje van Staatsbosbeheer naast me. Hans Gartner hing met z'n hoofd uit het raam en vroeg: 'En?' Hij was op stap met een collega van IVN en had me zien zitten in de berm. Drie minuten later stonden we met z'n drieen te juichen toen de twee kieken samen over de bomenrij aan de rechterkant van de weg aan kwamen vliegen, op weg naar het graan. Opperste opwinding, en ik werd meermalen enthousiast op mijn schouders geslagen. Nooit geweten wat een impact een mogelijk broedgeval van de grauwe kiek kan hebben op natuurbeheerders........
Grauwe kiekendief - Circus cyaneus, adulte vrouw. |
Asociaal? Misschien wel een beetje. Maar het voelt dan net alsof iets, wat van jou is, wordt afgepakt door mensen die er net zoveel recht op hebben, maar die niets te maken hebben gehad met de zoektocht, of de ontdekking....... Vreemd, maar zo voelt het dan dus wel.
Het bleek dus Madeleine van de WGK te zijn. Ze was gebeld door Hans Gartner en dus halsoverkop in de auto naar Zoutkamp gereden, om de waarneming te bevestigen, en te kijken of er een mogelijk nestlocatie kon worden vastgesteld. Ik kreeg een boekje van de Werkgroep, wat stickers en een inspirerend praatje, en nu ben ik vrijwilliger.............
Ga zelf maar eens praten met Madeleine!! Je zult zien, je bent kansloos! En zo is't dus gekomen......
woensdag 1 februari 2012
Vale gier in Oss!!
Sommige roofvogels komen alleen in bepaalde seizoenen in Nederland voor. Bijvoorbeeld de Grauwe kiekendief, die in kleine aantallen in Nederland broedt, en de visarend, die alleen door Nederland trekt in het najaar en voorjaar, als de heen- en terugreis vanuit Afrika plaatsvindt. En sommige soorten komen hier alleen nog voor als dwaalgast, zoals de rode en zwarte wouw. En sommige soorten komen hier helemaal niet voor, nooit, never.
Maar de laatste jaren begint er iets te veranderen in het klimaat. Het wordt in West Europa iets warmer, er zijn vaker dan voorheen extremen in het weerbeeld waarneembaar, zoals periodes met harde wind uit vreemde richtingen en winters die zeer streng of zeer mild zijn. En dat zorgt soms ook voor vreemde gebeurtenissen op vogelgebied.
In de vroege zomer van 2007 werd er op waarneming.nl ineens melding gemaakt van een grote groep (zwerm?, vlucht?) vale gieren. Op de 17e juni werden er 7 gemeld in Limburg, op de 18e juni was er al sprake van een aantal van meer dan 60 (!) gieren in Noord Brabant en Zeeland. In elk geval werden en veel vale gieren gemeld in Oss, op een weiland in de Lage Kamp. En die zaten er de 19e juni 's nog, in elk geval 's ochtends. Meldingen op waarneming.nl van 25, 30 gieren in Oss, en in de wijde omgeving losse waarnemingen van kleinere aantallen.
Waarschijnlijk zijn de gieren vanuit Spanje of Frankrijk op thermiek en een straffe zuidenwind naar Nederland afgedreven, op zoek naar een rottend karkas om zich aan tegoed te doen. Ze zouden hier dan ook zeker niet lang blijven en terugkeren naar hun 'thuis' zodra de wind dat zou toestaan. Dus het kriebelde en jeukte enorm om naar Oss te rijden en zelf te gaan kijken. Maar mijn plichtsbesef hield me in Utrecht.
Maar na twee-en-een-halve dag aarzelen kon ik toch geen weerstand meer bieden aan de drang om zelf een vale gier te gaan fotograferen. Ik moest werken, dat was het dilemma. Ik moest meubels verkopen in Utrecht en omgeving, en ik kon me niet veroorloven om te spijbelen, vond ik. Tot die middag, toen werd het me toch te machtig.
Ik naar Oss, naar de Lage Kamp. Toen ik daar aankwam, zag ik wel een een heel leger (zwerm?, vlucht?) vogelaars, maar geen gieren. Ik turen door mijn verrekijker, om te zien waar iedereen nou zo'n ophef over maakte, maar ik kon niks ontdekken. Dan maar eens vragen aan een vogelaar met een heel grote kijker: 'Zitten ze er nog? Ziet u iets? Mag ik eens kijken?'. Nou, dat was een teleurstelling, zeg! Er was precies nog één gier te zien, heel ver weg in een boom, die stil voor zich uit zat te suffen. Eén. Niet twee, of zeven, of de beloofde 60, nee, één! En zo ver weg dat een foto maken geen zin had.
Ik keek om me heen en zag dat het weiland waarin de boom stond waar de gier in zat, grensde aan twee boerderijen. De eerste boerderij was duidelijk niet toegankelijk voor vogelaar-bezoek, maar de tweede boerderij oogde zo stil en verlaten, dat ik direct een plannetje op voelde komen. Ik liep het erf op en belde aan. Niemand. Ook de schuur zat dicht en het weiland bestond uit goede stevige grond met relatief kort gras..... Durf ik? Tuurlijk durf ik. Als ik uiteindelijk toch gesnapt wordt, ga ik wel Frans praten, daar schrikken mensen vaak van.
Ik ben naar deze machtige aaseter toe gelopen in een zig-zag patroon, om hem niet op te jagen, en ben tot op een meter of twintig gekomen. Ik heb mijn foto gemaakt (tegen het licht in, met weinig kennis van fotografie) en ben vervolgens een kwartier in het gras gaan zitten om te genieten van het moment. De vale gier heeft me geen blik waardig gekeurd en ik ben op een zeker moment maar weer weggelopen, om mijn pakkans niet te groot te laten worden.
Terugkijkend op deze dag, weet ik me nog te herinneren dat ik had bedacht dat deze ene overgebleven gier waarschijnlijk de reis naar Spanje niet meer gehaald heeft. Hij was waarschijnlijk ziek, of verzwakt en heeft zijn 'familieleden' niet meer kunnen volgen toen zij de thuisreis weer aangevat hadden. Ik ben die middag weer naar Utrecht teruggereden met een dubbel gevoel: Een unieke waarneming en een unieke foto, die niemand me meer af kon nemen, maar ook een schuldgevoel omdat ik gespijbeld had van mijn werk. En zomaar iemands weiland ingelopen, zonder om toestemming te vragen..... Foei, Michel.
Maar de laatste jaren begint er iets te veranderen in het klimaat. Het wordt in West Europa iets warmer, er zijn vaker dan voorheen extremen in het weerbeeld waarneembaar, zoals periodes met harde wind uit vreemde richtingen en winters die zeer streng of zeer mild zijn. En dat zorgt soms ook voor vreemde gebeurtenissen op vogelgebied.
In de vroege zomer van 2007 werd er op waarneming.nl ineens melding gemaakt van een grote groep (zwerm?, vlucht?) vale gieren. Op de 17e juni werden er 7 gemeld in Limburg, op de 18e juni was er al sprake van een aantal van meer dan 60 (!) gieren in Noord Brabant en Zeeland. In elk geval werden en veel vale gieren gemeld in Oss, op een weiland in de Lage Kamp. En die zaten er de 19e juni 's nog, in elk geval 's ochtends. Meldingen op waarneming.nl van 25, 30 gieren in Oss, en in de wijde omgeving losse waarnemingen van kleinere aantallen.
Waarschijnlijk zijn de gieren vanuit Spanje of Frankrijk op thermiek en een straffe zuidenwind naar Nederland afgedreven, op zoek naar een rottend karkas om zich aan tegoed te doen. Ze zouden hier dan ook zeker niet lang blijven en terugkeren naar hun 'thuis' zodra de wind dat zou toestaan. Dus het kriebelde en jeukte enorm om naar Oss te rijden en zelf te gaan kijken. Maar mijn plichtsbesef hield me in Utrecht.
Maar na twee-en-een-halve dag aarzelen kon ik toch geen weerstand meer bieden aan de drang om zelf een vale gier te gaan fotograferen. Ik moest werken, dat was het dilemma. Ik moest meubels verkopen in Utrecht en omgeving, en ik kon me niet veroorloven om te spijbelen, vond ik. Tot die middag, toen werd het me toch te machtig.
Ik naar Oss, naar de Lage Kamp. Toen ik daar aankwam, zag ik wel een een heel leger (zwerm?, vlucht?) vogelaars, maar geen gieren. Ik turen door mijn verrekijker, om te zien waar iedereen nou zo'n ophef over maakte, maar ik kon niks ontdekken. Dan maar eens vragen aan een vogelaar met een heel grote kijker: 'Zitten ze er nog? Ziet u iets? Mag ik eens kijken?'. Nou, dat was een teleurstelling, zeg! Er was precies nog één gier te zien, heel ver weg in een boom, die stil voor zich uit zat te suffen. Eén. Niet twee, of zeven, of de beloofde 60, nee, één! En zo ver weg dat een foto maken geen zin had.
Ik keek om me heen en zag dat het weiland waarin de boom stond waar de gier in zat, grensde aan twee boerderijen. De eerste boerderij was duidelijk niet toegankelijk voor vogelaar-bezoek, maar de tweede boerderij oogde zo stil en verlaten, dat ik direct een plannetje op voelde komen. Ik liep het erf op en belde aan. Niemand. Ook de schuur zat dicht en het weiland bestond uit goede stevige grond met relatief kort gras..... Durf ik? Tuurlijk durf ik. Als ik uiteindelijk toch gesnapt wordt, ga ik wel Frans praten, daar schrikken mensen vaak van.
Ik ben naar deze machtige aaseter toe gelopen in een zig-zag patroon, om hem niet op te jagen, en ben tot op een meter of twintig gekomen. Ik heb mijn foto gemaakt (tegen het licht in, met weinig kennis van fotografie) en ben vervolgens een kwartier in het gras gaan zitten om te genieten van het moment. De vale gier heeft me geen blik waardig gekeurd en ik ben op een zeker moment maar weer weggelopen, om mijn pakkans niet te groot te laten worden.
Terugkijkend op deze dag, weet ik me nog te herinneren dat ik had bedacht dat deze ene overgebleven gier waarschijnlijk de reis naar Spanje niet meer gehaald heeft. Hij was waarschijnlijk ziek, of verzwakt en heeft zijn 'familieleden' niet meer kunnen volgen toen zij de thuisreis weer aangevat hadden. Ik ben die middag weer naar Utrecht teruggereden met een dubbel gevoel: Een unieke waarneming en een unieke foto, die niemand me meer af kon nemen, maar ook een schuldgevoel omdat ik gespijbeld had van mijn werk. En zomaar iemands weiland ingelopen, zonder om toestemming te vragen..... Foei, Michel.
Abonneren op:
Posts (Atom)